In 'Wiebelkont' vertelt Bet op een grappige en zelfbeschouwende manier haar verhaal. Ze kwam als meisje ter wereld, hoewel haar ouders na vier dochters nu toch echt een zoon verwachtten. Bet kan best voor een jongen doorgaan, maar ze stelt vast dat ze écht een meisje is, een meisje dat absoluut niet kan stilzitten.
Deze gevoelige wiebelkont heeft veel fantasie en haar energie en enthousiasme zorgen ervoor dat ze de nodige aandacht krijgt als jongste van het grote gezin. Ook op school valt ze op, maar haar openheid en levendigheid worden vaak niet op prijs gesteld door de leerkrachten en de pastoor. Haar bedoelingen zijn goed, maar door de manier waarop ze zich uit, zorgt ze vaak voor verwarring en een heleboel heibel en wordt ze verkeerd begrepen.

Het onbegrip van degenen die het gezag vertegenwoordigen, bezorgt Bet regelmatig buikpijn. Ondanks alles blijft ze positief en niets lijkt haar te kunnen stoppen en zo ontdekt ze op het einde van het boek een plekje waar ze zich volledig kan geven. Een realistisch boek, waarin humor de boventoon voert en de scherpe kantjes van het leven worden gerelativeerd. Vol verwondering kijkt Bet naar zichzelf en het leven om zich heen; ze heeft een erg aparte kijk op het gebeuren.
Als lezer kijk je echt naar binnen in dit personage en wordt je onmiddellijk door haar enthousiasme meegesleept. Vanaf de eerste bladzijde ga je een confrontatie aan met een bom energie en het boek ratelt op dynamische wijze in korte zinnen voorbij. Het verhaal is grotendeels autobiografisch, aangedikt met de nodige fantasie.

De verzorgde uitgave en de originele, grappige illustraties die nauw bij het verhaal aansluiten – ze zijn een combinatie van knip- en plakwerk met pentekeningen – maken dit boek áf.    
Sieglinde Duchateau
Pluizer