Of ik goed geslapen heb? Dat kan ik niet meteen zeggen.
Ik geloof dat ik elk uur op de klok heb zien passeren.
Opgewonden, uitgelaten, vrolijk en bang zijn enkele
woorden die mijn gevoel beschrijven.
Het is zover.
Mijn boterhammen zijn al lang gesmeerd en ik heb zelfs
nog tijd over om bij Muis door te brengen voor ik mijn fiets
opstap. Muis heeft een heel nest kittens gekregen deze
zomer. Geweldig schattig! Volgende week mogen ze weg,
of ik kan beter moeten zeggen want als het aan mij lag, dan
hield ik het hele nest hier. Zo lief dat ze zijn.
‘Bet, klaar?’
Mama. Ze fietst vandaag mee naar school. Omdat het de
eerste dag is. Vanaf morgen fiets ik alleen met Lisa. Heeft
mama beloofd.
We rijden door wel twee parken en langs allemaal heel
chique huizen.

‘Wow mama, zo’n huis moet super zijn om in te wonen!’
Ik wijs naar een huis dat wel heel erg op dat van Pippi
Langkous lijkt.
‘Dat zal wel zijn, en weet je wat zo’n villa kost?’
Moeder trekt haar wenkbrauwen op. ‘Veel!’ vult ze aan
zonder mijn antwoord af te wachten. Misschien ooit, je weet
maar nooit, denk ik. En meteen verdwalen mijn gedachten.
In een droom vol prinsen die mij het hof zullen maken …
​De vogels en de bloemengeur brengt me van mijn paard
naar mijn fiets.

Ik ben in topvorm! Ik voel me een pak groter dan twee
maanden geleden.
‘Dus Bet, als je hier oversteekt, altijd nog eens extra goed
kijken hé! Het is niet omdat het licht voor de fietsers op
groen staat, dat de auto’s stoppen hé!’
‘Ja mama, ik fiets al langer dan vandaag hoor!’ zeg ik haar.
Ik ben groot, geen zes meer, ik kan best veilig door het
verkeer fietsen, denk ik.

Hoewel dat niet altijd helemaal waar is. Als ik een vogel
zie die ik best mooi vind, stuurt mijn wiel automatisch in die
richting, naast of op het pad, dat zie ik dan niet meer.